Hoe te behangen

Leer hoe te behangen met onze instructie video.

Benodigd gereedschap

  1. Gereedschap voor behangen
  2. Roller
  3. Spons
  4. Potlood
  5. Emmer met water
  6. Duimstok
  7. verfbakje
  8. Behangmes
  9. Schaar
  10. Borstel
  11. Schuurpapier en plamuur

Bereid je muur voor

Voordat je begint met behangen, is het belangrijk dat je de ondergrond voorbereidt. Vul eventuele gaten, verwijder oud behang en schilder indien nodig opnieuw. Als je de mogelijkheid hebt, schilder de muur dan in een kleur die lijkt op de basiskleur van het behang.

Verwijder schakelaars en andere voorwerpen die in de weg kunnen zitten. Zorg ervoor dat je de stroom uitschakelt voordat je begint.

Beslis waar te beginnen

Begin met behangen bij een raam of een hoek.

Zoek de breedte van het behang uit door op het etiket te lezen, dit is meestal 53 cm voor traditioneel behang. Meet vanaf de startpositie de breedte van het behang op de muur.

Het is noodzakelijk dat de eerste baan verticaal recht is, dus gebruik een waterpas en trek met een potlood een verticale lijn langs de muur. Lijn de eerste baan uit tegen de potloodlijn.

Lijm de muur in

Haal je behangrollen tevoorschijn en controleer of er geen rollen beschadigd zijn.

Ons behang is non-woven dus rol de lijm rechtstreeks op de muur. Gebruik een penseel voor randen en hoeken. Gebruik een roller voor de grote oppervlakken. Maak je geen zorgen als er lijm op het lijstwerk zit, je kunt het daarna met een vochtige spons verwijderen.

Breng een gelijkmatige laag lijm aan en plak een gebied van anderhalve baan per keer.

Hang de eerste baan op

Gebruik de behangdoos die je hebt gekregen als bakje op de vloer en trek het behang omhoog naar het plafond. Maak het aan de bovenkant lichtjes vast en zorg ervoor dat het recht hangt.

Gebruik het behanggereedschap om de lengte van het behang glad en vrij van luchtbellen te maken, werk vanaf de zijkant en naar buiten toe. Het behang is duurzaam, dus je hoeft niet bang te zijn dat het zal breken. Forceer het behang niet naar de muur toe, laat het gewoon naar beneden vallen.

Snijd overtollig behang langs de vloer af.

Veeg eventuele plakresten weg met een vochtige spons. Gebruik genoeg water, maar wrijf niet over het behang. Zorg ervoor dat je de hele baan afveegt en niet alleen de hoeken.

Snijd de baan af bij de koof.

Hoeken behangen

Wanneer je bij een hoek aankomt, meet je de afstand van de vorige behanglbaan tot de hoek en tel je ongeveer 2 cm op. Meet de afstand tussen de vorige baan en de hoek op drie plaatsen en knip de baan af volgens de langste maat.

Plak de hoek met een penseel.

Zorg ervoor dat het patroon overeenkomt met de vorige baan en vouw vervolgens de baan om de hoek. Gebruik de volgende baan, het deel dat je niet hebt gebruikt, en plaats deze zo dicht mogelijk bij de rand tegen de vorige baan. Als de hoek niet recht is, wat gebruikelijk is, zal er een kleine overlap zijn. Het belangrijkste is dat de volgende baan volledig recht naast de vorige baan wordt geplaatst.

Maak je geen zorgen als het een beetje scheef wordt, til gewoon de baan op en plak het weer terug.

Behangen rond ramen

Als je bij een raam bent aangekomen, snijd je de baan af aan de rand van het raam.

Voel waar de bovenste hoek van het raam is en snijd een hoek van 45 graden van de hoek naar de rand van het behang. Verwijder het overtollige behang.

Gebruik het behanggereedschap en snijd het behang aan de rand van het raam af.

Behangen rond schakelaars

Schakel de stroom uit en verwijder de afdekplaat van het stopcontact of de schakelaar.

Plaats het behang over de schakelaar en knip voorzichtig het behang weg dat het gat bedekt. Vergeet niet om het stopcontact te meten, zodat je niet te veel afsnijdt. Wanneer je rond het stopcontact hebt behangen, plaats je het plaatje weer op zijn plaats.

Wanneer je klaar bent met behangen, denk er dan aan om een nieuw behangen kamer niet af te sluiten, maar laat deze minstens 24 uur open.

Succes!